Belastingvrij sparen in 2026: zóveel heffingsvrij vermogen heb je nog

Hoeveel spaargeld mag je in 2026 eigenlijk belastingvrij hebben?

Die vraag krijgen we rond de jaarwisseling non-stop bij Vertex Accountancy.

In 2026 schuiven de grenzen in box 3: het heffingsvrij vermogen daalt, terwijl de druk op beleggingen en overige bezittingen verder toeneemt.

In deze blog lees je in gewone mensentaal hoeveel vermogen je in 2026 belastingvrij mag aanhouden, wat dat betekent voor jouw spaargeld en beleggingen én welke slimme stappen je vóór 1 januari nog kunt zetten. Ideaal voor zzp’ers en mkb’ers die snel duidelijkheid willen.

1. Even terug naar de basis: wat is heffingsvrij vermogen?

Je betaalt in box 3 belasting over je vermogen: spaargeld, beleggingen, tweede huis, crypto, et cetera – minus eventuele schulden die daarbij horen.

Over een eerste deel van dat vermogen betaal je géén belasting. Dat deel heet het heffingsvrij vermogen.

Belangrijk om te weten:

• Het gaat om je vermogen in box 3 (privé).

• Je eigen woning, inboedel, auto, pensioen en zakelijke vermogen tellen in principe niet mee in box 3.

• De Belastingdienst kijkt naar je vermogen op één peildatum: 1 januari van het jaar.

  
  

Alles wat je boven het heffingsvrije vermogen hebt, vormt je grondslag sparen en beleggen. Dáárover wordt het (fictieve of werkelijke) rendement berekend en vervolgens 36% belasting geheven.

2. De bedragen voor 2026: zóveel mag je belastingvrij sparen

Volgens het huidige Belastingplan wordt het heffingsvrij vermogen in 2026 verlaagd.

Alleenstaand in 2026

Ben je géén fiscaal partner? Dan geldt in 2026:

• Heffingsvrij vermogen: € 51.396

• Over je vermogen boven dit bedrag betaal je box-3-belasting (als het in box 3 valt).

  
  

Ter vergelijking: in 2025 was dit nog € 57.684.

Fiscale partners in 2026

Heb je een fiscaal partner? Dan mag je het dubbele belastingvrij houden:

• Heffingsvrij vermogen samen: € 102.792

  
  

Jullie mogen de grondslag sparen en beleggen onderling verdelen in de aangifte, in elke gewenste verhouding. Dat geeft vaak ruimte om de belastingdruk iets te optimaliseren.

3. De peildatum 1 januari 2026: waarom die ene dag zo belangrijk is

Voor box 3 is 1 januari 2026 dé peildatum. De Belastingdienst kijkt naar je vermogen op die datum, en dat is leidend voor de aangifte die je in 2027 doet.

Dat betekent:

• Grote meevaller uitkering op 2 januari? → telt niet mee voor 2026.

• Extra aflossing of grote uitgave ná 1 januari? → te laat om je box-3-positie voor 2026 nog te verlagen.

  
  

Daarom is het slim om vóór de jaarwisseling even met je cijfers te gaan zitten. Juist dat doen veel mensen te laat – of helemaal niet.

4. Rekenvoorbeelden: wanneer betaal je in 2026 wél box-3-belasting?

Let op: onderstaande voorbeelden zijn vereenvoudigd en puur indicatief. We gaan uit van alleen box-3-vermogen (privé), zonder speciale vrijstellingen.

Voorbeeld 1 – Alleenstaand, vooral spaargeld

• Spaargeld: € 60.000

• Beleggingen: € 5.000

• Schulden: € 0

  
  

Totaal vermogen in box 3: € 65.000Heffingsvrij vermogen 2026: € 51.396

Grondslag sparen en beleggen:€ 65.000 – € 51.396 = € 13.604

Over dit bedrag berekent de Belastingdienst het (fictieve) rendement. Daarover betaal je vervolgens 36% belasting.

Voorbeeld 2 – Fiscale partners met een beleggingsbuffer

• Spaargeld samen: € 40.000

• Beleggingen samen: € 90.000

• Schulden: € 0

  
  

Totaal vermogen: € 130.000Heffingsvrij vermogen samen 2026: € 102.792

Grondslag sparen en beleggen:€ 130.000 – € 102.792 = € 27.208

Dat bedrag komt in de berekening terecht. Omdat beleggingen in 2026 een hoog forfaitair rendement krijgen (7,78% voor “overige bezittingen”), kunnen de werkelijke lasten behoorlijk oplopen.

5. Slimme stappen vóór 1 januari 2026

Met de verlaging van het heffingsvrij vermogen is het extra interessant om nog even kritisch naar je vermogen te kijken. Een paar praktische opties:

5.1. Los duurdere privéschulden af

Heb je spaargeld én een dure consumptieve lening of privé-doorlopend krediet?

• De rente op zo’n schuld is vaak hoger dan wat je netto overhoudt aan rendement.

• Door (een deel van) die schuld af te lossen:

  • daalt je box-3-vermogen

  • én verlaag je je rentelast in box 1.

    
    

Let wel op de voorwaarden en eventuele boeterente.

5.2. Verdeel vermogen slim tussen fiscale partners

Fiscale partners mogen hun gezamenlijke box-3-grondslag vrij verdelen.

Bijvoorbeeld:

• Partner A heeft vooral spaargeld.

• Partner B heeft meer beleggingen.

  
  

Een andere verdeling kan effect hebben op het berekende rendement en daarmee op de uiteindelijke belasting. Dit is maatwerk – hier loont het vaak om even samen te rekenen.

5.3. Kijk kritisch naar je beleggingsmix

Beleggingen en andere “overige bezittingen” krijgen in 2026 een fors hoger forfaitair rendement (7,78%).

Dat betekent:

• Vooral voor grotere beleggingsportefeuilles kan de box-3-druk flink stijgen.

• Soms kan het rationeel zijn om (een deel) van je beleggingen:

  • te verschuiven naar minder volatiele vormen, of

  • te verkopen als je toch al wilde afbouwen.

    
    

Pas op dat je dit niet alleen om fiscale redenen doet; je beleggingsstrategie en risicoprofiel blijven leidend.

5.4. Check speciale vrijstellingen (zoals groen beleggen)

Voor groen beleggen bestaan extra vrijstellingen in box 3, maar die worden de komende jaren afgebouwd.

• In 2026 geldt er nog een (lagere) vrijstelling dan in 2025.

• Vanaf 2028 verdwijnt de vrijstelling helemaal.

  
  

Groen beleggen moet dus vooral passen bij je duurzame en financiële doelen – zie de fiscale voordelen als bijvangst, niet als hoofdreden.

5.5. Schenken als je tóch al wilde schenken

Had je al plannen om (een deel van) je vermogen over te dragen aan kinderen of andere naasten?

• Door vóór 1 januari te schenken, daalt je vermogen in box 3.

• Let op de schenkbelasting en vrijstellingen; dat is een ander speelveld.

  
  

Hier is een integrale planning (box 3 + schenk- en erfbelasting) vaak verstandig.

6. Veelgestelde vragen over heffingsvrij vermogen in 2026

Geldt het heffingsvrij vermogen ook voor mijn zakelijke rekening?

Nee, je zakelijke vermogen (bijvoorbeeld als eenmanszaak of bv) valt niet in box 3, maar in box 1 of in de vennootschapsbelasting.

Wat wél in box 3 valt, zijn je privérekeningen en privébeleggingen.

Kan ik minder belasting betalen over box-3 als mijn werkelijke rendement lager is dan het forfait?

Ja, in sommige gevallen kan dat. Voor 2026 kun je nog gebruikmaken van de tegenbewijsregeling box 3. Als je met goede documentatie kunt aantonen dat je werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, mag in bepaalde situaties worden uitgegaan van je échte rendement in plaats van het forfait.

Let op:

• Dit vraagt extra administratie en documentatie.

• De regeling is best technisch; laat je hierbij goed adviseren.

  
  

Moet ik als kleine spaarder nu ineens meer gaan betalen?

Heb je als alleenstaande in 2026 minder dan € 51.396 aan box-3-vermogen (of samen met je partner minder dan € 102.792)? Dan blijf je binnen het heffingsvrij vermogen en betaal je geen box-3-belasting.

Door de lagere vrijstelling zullen wél meer mensen boven de grens uitkomen dan in 2025.

Afsluiting: maak nu je plan voor 2026

Samengevat:

• Het heffingsvrij vermogen daalt in 2026 naar € 51.396 per persoon.

• Fiscale partners krijgen samen € 102.792 heffingsvrij vermogen.

• De box-3-druk op beleggingen en overige bezittingen neemt verder toe.

  
  

Juist daarom is dit hét moment om:

• je spaargeld en beleggingen in kaart te brengen;

• slim te schuiven met schulden en partnerschap;

• en bewust keuzes te maken vóór 1 januari 2026.

Wil je weten hoe jij zo veel mogelijk belastingvrij kunt sparen in 2026 – zonder gedoe met regels en uitzoekwerk?

Tijdens een gratis 30-minuten belafspraak kijken we met je mee, checken we je vrijstelling en laten we zien wat je in 2026 netto overhoudt.

Bronnen & verder lezen

Wil je breder weten wat er allemaal verandert in box 3 komend jaar? Lees dan ook onze blog over Box 3 in 2026 voor een compleet overzicht van regels, tarieven en werkelijk rendement.